vrijdag 20 mei 2016

Column. Achterbank.

Ik weet het. Ik generaliseer. Er zijn lieve gewetensvolle ouders die niet in dit verhaal passen. Ouders die opvoeden serieus nemen en zichzelf wat minder, die genuanceerd over de rol van de school denken en zich heel verantwoordelijk opstellen. Over hen gaat dit niet. Dit verhaal gaat over de kinderen die in de jaren negentig op de achterbank van hun ouders overal naar toe gesleept werden en daar nooit vanaf zijn gekomen. Het zijn de dertigers, veertigers die nu zelf kinderen hebben maar nog steeds amper hobbels kunnen nemen of verantwoordelijkheid willen dragen. Ze zijn in de vaste veronderstelling dat ze overal mee geholpen zullen worden. De achterbank als permanente zitplaats. Ze stellen hun ouders nog steeds overal verantwoordelijk voor: voor de medefinanciering van hun huishouding, voor de oppas van hun kinderen en als emotioneel klankbord op momenten dat dingen niet helemaal lopen zoals verwacht. Er lopen natuurlijk vaak dingen niet zoals verwacht. Dan wordt er onmiddellijk hulp ingeschakeld. Hulp bij schuldfinanciering, hulp van de huisarts, hulp bij de opvoeding en hulp van school. Bij de besprekingen van het gedrag of de prestaties van hun kinderen op school komen niet zelden opa en oma ook mee. Het aantal hulpverleners dat er dan om tafel zit is groot. Regelmatig zit er snel zo’n man (lees vrouw) of tien. De besprekingen gaan ook vaak wat moeizaam. Vader controleert zijn mobiel en moet regelmatig ‘echt even opnemen’. Moeder zit met de armen over elkaar en is vaak wat bozig: ik zei het al in december…jullie hadden beloofd…hoe zo Kanjertraining…ik merk dat nergens aan…hoe kan het nu dat…De ene keer stormt moeder de kamer uit, de andere keer vader, soms rent oma ook weg of slaat opa met zijn vuist op tafel. De hulpverleners en leerkrachten bespreken dan onderling waar er niet goed gecommuniceerd is. Er moeten acuut protocollen bijgesteld worden. Terwijl de werkelijke oorzaak regelmatig het onvermogen van ouders betreft.  Onvermogen om het initiatief naar zich toe te trekken. Onvermogen om in te grijpen in hun eigen situatie. Ze zouden moeten vragen: wat kan ik, als ouder voor dit kind, doen? In plaats daarvan vragen ze steeds opnieuw wat  de school, de dokter, en de instanties voor hen en hun kind kunnen doen.  Vanaf de achterbank lukt het deze ouders niet om bij het stuur te komen en voor je het weet nemen leerkrachten, coaches en gedragskundigen de boel van oma en opa over. Achterbankers zijn ook verbazend snel ergens ‘klaar mee’. Vooral met hun huwelijk. Dan wordt er gescheiden. Moeder of vader krijgt met voorrang een ander huis want er zijn kinderen in het spel. Er wordt veelvuldig met bedden gesleept en vaak is er binnen een jaar een andere partner in beeld die even daarvoor ook al met kinderen en bedden heeft lopen slepen.  Mijn gymtas ligt nog bij mijn vader juf, ik heb alweer een andere kamer juf , o ja mijn moeder heeft geen uitnodiging voor een tienminutengesprek gehad. Dit gedicht werd gemaakt door een negenjarige op mijn school: Houden van elkaar/Scheiden van elkaar/Kinderen krijgen. Oef! Ik heb soms ook wel  met deze achterbankers te doen. Ze zijn beslist niet gelukkig geworden van hun opvoeding. Ze behoren  tot de eerste generatie die het financieel slechter heeft dan de vorige. Ze moeten het doen met nul-uren contracten en snoeiharde beoordelingsgesprekken. En dat terwijl ze een rozentuin beloofd is door mijn eigen generatie. Natuurlijk word je daar boos van. Alleen helpt het niet. De slachtoffers zijn hun kinderen. Het zijn kinderen die niet goed weten waar ze aan toe zijn, die flexibeler moeten zijn dan goed voor ze is, die niet leren dat problemen opgelost kunnen worden want als hun ouders maar op die achterbank blijven zitten, is er voor hen alleen nog plaats in de kofferbak.