vrijdag 27 oktober 2017

Column. Likmevestje

Wie stuurt op opbrengsten wordt steeds doelgerichter. Doelgerichtheid is mooi. De wereld wordt er heel overzichtelijk van en dat is een zegen als je je brood verdient met lesgeven. Het gaat ergens heen, we komen ergens aan. Weg met de wanhoop en het getob van almaar uitdijende doelen en
tussendoelen. Er is er nu per les maar één en dan volgt de instructie. Sommige leerlingen begrijpen wat je uitlegt. Fijn. Verder. Sommige leerlingen begrijpen het bijna. Ook fijn. Nog maar een keer dan. Sommige leerlingen begrijpen er geen biet van. Notitie van maken en morgen opnieuw. Opbrengst gericht leren is een cadeautje. Soms denk ik met enige schaamte terug aan de tijd dat een rekenles over Romeinse cijfers zomaar kon overgaan in een verhaal over Nero die Rome  liet branden, Russische generaals die Moskou in vlammen op lieten gaan en Hitler die dacht dat hij zou slagen waar Napoleon faalde. Zo meanderde de rekenles voort tot het plotseling tijd was om naar buiten te gaan. Schaamteloos doelloos. Een opbrengst van likmevestje. Maar gelukkig doe ik dat nu al een tijd niet meer. En zo komt het dat ik na een rekenles aan groep 7 heel tevreden achterover leun om nog even met een groepje leerlingen een paar sommen te herhalen. Het doel is bijna behaald. De leerlingen die overblijven heb ik allemaal al eerder in de klas gehad. Net als ik de eerste som op het digibord schrijf, onderbreekt Sarah mij. Juf, hoe is het eigenlijk met uw gehandicapte poes? O goed hoor, zeg ik, het blijft alleen wel heel naar om te zien hoe snel ze overal vanaf valt. Kunt u niet een karretje maken onder haar achterpoten, oppert Melissa. Ik ben bang dat ze dan nog sneller valt met al die trappen in huis, antwoord ik. O ja, dan kan dat niet. Zielig hoor. En is uw hond nog steeds zo bang, vraagt Sanne, of is ze al een beetje gewend? Ze is al gewend, vertel ik. En blaft ze nog steeds niet juf? Hoe kan dat toch hè? Een hond die niet blaft. Ja, raar maar ook heel fijn, grinnik ik. Zo en dan gaan we nu… Juhuff? U heeft nog niet verteld of uw paard nog leeft. Ik draai me weer om. Ja, hij is inmiddels stokoud maar hij leeft nog steeds. Rijdt u er nog steeds op? Nee, dat kan echt niet meer, ik kan het zelf trouwens ook echt niet meer hoor. Ik kijk op de klok. De tijd is voorbij. Als ik ze hun spullen op laat ruimen denk ik: maar hoe weten ze dat nou eigenlijk allemaal van die poes, die hond en dat paard?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: